rijkelui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijkelui    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rij·ke·lui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - rijkelui
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

derijkeluimv

  1. (maatschappij) het rijke deel van de bevolking
    • De rijkelui hebben zich gevestigd in de groene gordels rond de steden.[2] 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rijkelui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.