rijkswachter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijkswachter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛikswɑxtər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rijks·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijkswachter rijkswachters
verkleinwoord rijkswachtertje rijkswachtertjes

Zelfstandig naamwoord

derijkswachterm

  1. (ordehandhaving) (geschiedenis) Belgische politiebeambte, agent van het landelijke politiekorps zoals België dat tot 2001 kende
    • Het bleek echter dat een voorbijganger een door de betogers in het nauw gedreven rijkswachter had helpen ontzetten.  [1]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord rijkswachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.