rijmelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rijmelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɛɪmələ(n)/
Woordafbreking

rij·me·len

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rijmelen
rijmelde
gerijmeld
zwak -d volledig

Werkwoord

rijmelen [1] [2]

  1. (pejoratief) inergatief slechte gedichten maken
    • Het tijdperk, waarin hij rijmelt, duurt lang; toen hij betere verzen schreef was het klaarblijkelijk onder invloed van zijn omgeving. [3]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rijmelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.