rijpedaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijpedaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rij·pe·daal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijden zn en pedaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijpedaal | rijpedalen |
verkleinwoord | rijpedaaltje | rijpedaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
rijpedaal m/o
- met de voet bewogen hefboom waarmee men een (elektrisch)voertuig in beweging kan zetten en de snelheid van dit voertuig kan regelen
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'rijpedaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijpedaal" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.