rijrichting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijrichting (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rij·rich·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij ww en richting zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijrichting | rijrichtingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rijrichting v
- de kant waar naartoe men rijdt
- ▸ De hele weg was het stuk horizon links van hun rijrichting nors aan het grommen en denderen.[2]
- ▸ Het hof zegt dat de man wel de bestuurder was, omdat hij de automatische piloot instelde. Hij kon daardoor bijvoorbeeld de rijrichting beïnvloeden en wordt dus juridisch gezien als de bestuurder. De man moet de boete van 230 euro daarom betalen.[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rijrichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Hof: vasthouden mobiel tijdens rijden op automatische piloot verboden” (31-07-2019,), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.