rijte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛɪtə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- rij·te
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord, via Middelnederlands rijt / rite van Oudnederlands rith [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijte | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rijte m
- (waterbeheer) kanaal langs de polderzijde van een dijk
- ▸ ⧖ De stand der aanslibbing ten westen der Beerstermoe en Noorder-Rijte is thans zoodanig, dat men meent met zekerheid van ruime winsten eene indijking van 900 bunders dier gronden te kunnen aanvangen.[5]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rijten |
rijte
- aanvoegende wijs van rijten
Gangbaarheid
- Het woord rijte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Oudnederlands Woordenboek
- ↑ rijte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron (31-12-1845) in: Leydse courant, nr. 156, blz. 2 kol. 2
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.