rijvak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijvak (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛivɑk / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- rij·vak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij ww en vak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijvak | rijvakken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het rijvak o
- met strepen op het wegdek afgebakend deel van een weg waarop auto's achter elkaar rijden
- Een van de rijbanen is beschadigd door een bominslag zodat alle verkeer over een rijvak moet. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rijvak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijvak" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ [https://www.nrc.nl/nieuws/1991/02/11/basra-doelwit-hevige-aanvallen-geallieerden-6956510-a595669Estrade,+B. Basra doelwit hevige aanvallen geallieerden (1 februari 1991) op website: nrc.nl]; geraadpleegd 2017-06-21
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.