rivale

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rivale    (hulp, bestand)
  • IPA: / riˈvalə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ri·va·le
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van rivaal met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord rivale rivales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rivale v

  1. (persoon) vrouw die met je strijdt om iets dat jullie beiden willen hebben
    • Takagi sloeg vrijdag op de 500 meter hard toe en schreef een dag later ook de 1500 meter op haar naam. Voor Wüst was er toen op de afsluitende 5000 meter tegen Takagi geen redden meer aan. De onttroonde titelhoudster moest bijna 12 seconden op haar rivale goedmaken, maar slaagde daar bij lange na niet in, mede door de loodzware omstandigheden in het natte Olympisch Stadion. [1] 
    • Van Vleuten, die zondag had toegeslagen in de tijdrit, arriveerde als veertiende op iets meer dan 2 minuten. Ze verkeerde in het gezelschap van naaste rivale Anna van der Breggen en behield de leiderstrui. [2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rivale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʁi.val/
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van rival met het achtervoegsel -e
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   rival     le rival     rivaux     les rivaux  
vrouwelijk   rivale     la rivale     rivales     les rivales  

Zelfstandig naamwoord

rivale v

  1. rivale, concurrente

Bijvoeglijk naamwoord

rivale

  1. vrouwelijk enkelvoud van rival
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.