roerigheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  roerigheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • roe·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roerigheid roerigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deroerigheidv [1]

  1. onrust
     Jaap voelde zich bijna alsof hij thuis was, alle roerigheid en haastigheid was hem afgenomen geworden.[2]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord roerigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.