roggezemelen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: roggezemelen (hulp, bestand)
IPA: / ˈzemələ(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

rog·ge·ze·me·len

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van rogge zn en zemelen zn ^[1]

Zelfstandig naamwoord

de [B] roggezemelen mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord roggezemel
alleen meervoud (voeding) met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen van roggekorrels
(wikidata: roggezemelen )

Hyperoniemen

[2] zemelen

Verwante begrippen

rogge

Vertalingen

1. met de zaadhuiden vergroeide vruchtwanden en kiemen van roggekorrels

Duits: Roggenschrot ^(de)
Catalaans: segó de sègol ^(ca)
Engels: rye bran ^(en)
Fins: ruislese ^(fi)
Frans: son de seigle ^(fr) m

Hongaars: rozskorpa ^(hu)
Italiaans: crusca di segale ^(it) v
Russisch: ржаные отруби ^(ru)
Zweeds: rågkli ^(sv)

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.