rollator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rollator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rol·la·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘looprek’ voor het eerst aangetroffen in 1999 [1]
  • Naamwoord van handeling van rollen met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord rollator rollators
verkleinwoord rollatortje rollatortjes

Zelfstandig naamwoord

derollatorm

  1. looprek op wieltjes dat als hulpmiddel dient bij het lopen
    • Met behulp van een rollator kan hij zich nog goed verplaatsen. 
    • Maak van je rollator een wandelend wifi-punt [3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord rollator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.