rolstoelbasketbalteam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rolstoelbasketbalteam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rol·stoel·bas·ket·bal·team
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rolstoelbasketbal zn en team zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolstoelbasketbalteam | rolstoelbasketbalteams |
verkleinwoord | rolstoelbasketbalteampje | rolstoelbasketbalteampjes |
Zelfstandig naamwoord
het rolstoelbasketbalteam o
- groep sporters die samen spelen tegen een ander team in een rolstoelbasketbalwedstrijd
- Piet was de aavoerder van het rolstoelbasketbalteam.
- Een rolstoelbasketbalteam bestaat uit maximaal 12 sporters waarvan er 5 tegelijk in het veld zijn.
Gangbaarheid
- Het woord 'rolstoelbasketbalteam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.