rommelkamer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rommelkamer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rom·mel·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rommel zn en kamer zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rommelkamer | rommelkamers |
verkleinwoord | rommelkamertje | rommelkamertjes |
Zelfstandig naamwoord
de rommelkamer v / m
- een vertrek waarin veel waardeloze spullen staan
- ▸ Nu is het juist andersom: nu zitten de ouders in de rommelkamer en de kinderen op de bel-etage.[2]
- ▸ ,,Ik woon samen met mijn vrouw in een appartement van 66 vierkante meter, met één slaapkamer en een rommelkamer waar mijn racefiets en mountainbike in staan. We zijn allebei met pensioen, dus veel thuis. We hebben wel onderburen, maar boven ons zit niets. Het huis is van een wooncorporatie. Bij een storm twee jaar geleden vloog het dak eraf. Dat is vervangen door een goed geïsoleerd dak. We hebben geen gasketel, maar stadsverwarming van Eneco.”[3]
Synoniemen
- berghok, rommelkast, rommelkot
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rommelkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron Stefan ten Teije“Ad (67): ‘Ik betaal weinig aan energie, de verwarming staat nooit aan’” (21-12-2020), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.