rondbogig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rondbogig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rond·bo·gig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rondbogigrondbogigerrondbogigst
verbogen rondbogigerondbogigererondbogigste
partitief rondbogigsrondbogigers-

Bijvoeglijk naamwoord

rondbogig [1]

  1. (bouwkunde) met een ronde boog

Gangbaarheid

  • Het woord rondbogig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.