roam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- roam
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
Werkwoord
vervoeging van |
---|
roamen |
roam
Gangbaarheid
- Het woord roam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: roam (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /rəʊm/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelengelse woord romen.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
roam | roams |
Zelfstandig naamwoord
roam
- omzwerving, (het) zwerven
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to roam |
he/she/it | roams |
verleden tijd | roamed |
voltooid deelwoord |
roamed |
onvoltooid deelwoord |
roaming |
gebiedende wijs | roam |
Werkwoord
roam
- onovergankelijk dolen, dwalen, omzwerven, ronddolen, ronddwalen, zwerven
- «It was Jim's wish his ashes to be scattered to the sea to roam the South Pacific.»
- Het was Jims wens dat zijn as in de zee verstrooid werd om in de zuidelijke Stille Zuidzee rond te zwerven.
- «It was Jim's wish his ashes to be scattered to the sea to roam the South Pacific.»
- onovergankelijk rondreizen, rondtrekken, trekken [3]
- overgankelijk landlopen, rondzwalken
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- freedom to roam
- roamer
Uitdrukkingen en gezegden
- roam about
- roam around
- to roam the world
door de werled zwerven / over de wereld zwerven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.