rozenhoedje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rozenhoedje    (hulp, bestand)
  • IPA: /rozə'nucə/
Woordafbreking
  • ro·zen·hoed·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord rozenhoedje rozenhoedjes

Zelfstandig naamwoord

hetrozenhoedjeo dim. tant.

  1. het éénmaal doorlopen van een rozenkrans dus 5 maal het bidden van een Onzevader en 50 maal het bidden van een Weesgegroet
    • De haastige man bad een rozenhoedje in plaats van een rozenkrans 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord rozenhoedje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.