rugkleed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rugkleed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rug·kleed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rug zn en kleed zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugkleed | rugkleden |
verkleinwoord | rugkleedje | rugkleedjes |
Zelfstandig naamwoord
het rugkleed o
- een deken die je op de rug van een paard kunt leggen
- met stof beklede rugleuning van een stoel
- Zo vind ik het ook schitterend dat deze krant met als bijschrift de titel Heilige Grond een royale foto plaatste waarin men de bestuurskamer van Sparta in al haar ouderwetse luister ziet afgebeeld. Al die solide stoelen, met als presidentiële onderscheiding het rugkleed met die oer-Spartaan van alle tijden geborduurd. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'rugkleed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Herman Kuiphof 10 april 1996
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.