rugnummer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rugnummer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrʏxnʏmər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- rug·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rug zn en nummer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugnummer | rugnummers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het rugnummer o [1]
- (sport) (kleding) getal dat op de achterkant van de kleding van een sporter staat (en vaak ook op de voorkant)
- Weeral word ik genekt door iets waar ik totaal niet aan kan doen. Ik heb nog wel geprobeerd op de fiets om mijn moreel hoog te houden, maar ik verloor in mijn eentje tegen die koplopers steeds meer terrein. Na enkele kilometers in de marathon ben ik gestopt. Ik kon het niet meer opbrengen. Ik zette mij langs de kant en haalde mijn rugnummer eraf. Mijn broer Vincent probeerde mij er nog van te overtuigen om verder te lopen, maar dat zag ik niet zitten. Eigenlijk ben ik vandaag mentaal geplooid, niet fysiek." [2]
- De bouw van het Estadi Johan Cruyff is vandaag begonnen. FC Barcelona legde vandaag, op 14 september (14-9, de rugnummers van Cruijff), de eerste steen. [3]
Synoniemen
- deelnemersnummer
Gangbaarheid
- Het woord rugnummer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rugnummer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 15/oktober/2017 door Maarten Delvaux in Hawaï
- ↑ Tubantia Tim Hartman 14-september-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.