rural

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈɹʊ.ɹəl/
Woordafbreking
  • ru·ral
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
ruralmore ruralmost rural

Bijvoeglijk naamwoord

rural

  1. ruraal, landelijk (2), van of over het platteland, plattelands-, boeren-

Gangbaarheid

100 %van de Amerikanen;
99 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ʁy.ʁal/
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   rural ruraux
  vrouwelijk   rurale rurales

Zelfstandig naamwoord

rural

  1. ruraal, landelijk (2), van of over het platteland, plattelands-, boeren-
  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   rural     le rural     ruraux     les ruraux  
vrouwelijk   rurale     la rurale     rurales     les rurales  

Zelfstandig naamwoord

rural m

  1. (persoon) plattelander, plattelandsbewoner
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.