plattelandsbewoner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plattelandsbewoner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • plat·te·lands·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plattelandsbewoner plattelandsbewoners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deplattelandsbewonerm [1]

  1. iemand die buiten de stad woont
     Om Axel een beetje te plagen antwoordt Dora met een grapje: 'Wij plattelandsbewoners vinden het geen punt om mondmaskers aan te schaffen, maar hoe komen we aan openbaar vervoer?' Axel stuurt drie vraagtekens terug.[2]
     Stadsbewoner voelt zich bijna net zo veilig als plattelandsbewoner[3]
     In de nieuwe opzet is het niet langer vanzelfsprekend dat een plattelandsbewoner het hele traject met één soort vervoer aflegt. Zo kan iemand die nu nog de hele rit met een regiotaxi maakt, straks wel nog steeds van huis worden afgehaald, maar die persoon wordt dan bij een bus- of treinstation afgeleverd.[4]
Antoniemen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord plattelandsbewoner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
  3. Weblink bron “Stadsbewoner voelt zich bijna net zo veilig als plattelandsbewoner” (vrijdag 27 november 2015, 06:49), NOS
  4. Weblink bron “Noorden wil doelgroepenvervoer en ov in elkaar schuiven” (vrijdag 2 december 2016, 12:29), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.