rusteloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rusteloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rus·te·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van rust met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen rusteloosrustelozerrusteloost
verbogen rustelozerustelozererustelooste
partitief rusteloosrustelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

rusteloos

  1. zonder rust
    • De rusteloze patiënt kreeg een rustgevend medicijn. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord rusteloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.