rustpensioen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rustpensioen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • rust·pen·si·oen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rustpensioen rustpensioenen
verkleinwoord rustpensioentje rustpensioentjes

Zelfstandig naamwoord

hetrustpensioeno

  1. (België) officiële ouderdomsuitkering voor werknemers
     U hebt al een Belgische rustpensioen als werknemer of ambtenaar vanaf één gewerkte dag (één trimester voor zelfstandigen).[1]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord rustpensioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Federale Pensioendienst
    “Heb ik recht op een pensioen?” op fgov.be
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.