søker

Niet te verwarren met: söker

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈsøːkəɾ /
Woordafbreking
  • sø·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord søke met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 1665

Werkwoord

søker

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van søke
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søker     søkeren     søkere     søkerne  
genitief   søkers     søkerens     søkeres     søkernes  

Zelfstandig naamwoord

søker, m

  1. zoeker (persoon)
  2. (gereedschap), (techniek) zoeker (instrument)
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1]:  linjesøkertast zn 
  • [1]:  lånesøker zn 
  • [1]:  lånsøker zn 
  • [1]:  personsøker zn 
  • [1]:  saksøker zn 
  • [1]:  sannhetssøker zn 
  • [1]:  sosialhjelpssøker zn 
  • [1]:  stipendsøker zn 
  • [1]:  søkergruppe zn 
  • [1-2]:  søkergrunnlag zn 
  • [1-2]:  søkerliste zn 
  • [1-2]:  søkermasse zn 
  • [2]:  avsøker zn 
  • [2]:  hurtigsøker zn 
  • [2]:  metallsøker zn 
  • [2]:  målsøker zn 
  • [2]:  søkerland zn 
Opmerkingen

Nynorsk

Woordafbreking
  • sø·ker

Werkwoord

søker

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van søke
Schrijfwijzen
  •  søkjer ww 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.