salmis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  salmis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɑlmi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sal·mis
enkelvoud meervoud
naamwoord salmis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

salmis m / o

  1. verouderde spelling of vorm van salmi tot 1935/46
    • Het was zoo, de prins zag zeer bleek; zijne oogen stonden dof, maar hij hield zich goed, at iets van visch, proefde aan een salmis van wild. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'salmis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
8 %van de Nederlanders;
12 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /sal.mi/
Woordafbreking
  • sal·mis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  salmis     le salmis     salmis     les salmis  

Zelfstandig naamwoord

salmis m

  1. (kookkunst) salmi
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.