samenspannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  samenspannen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sa·men·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
samenspannen
spande samen
samengespannen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

samenspannen

  1. inergatief (politiek) een groep bijeenbrengen om geheime, vaak verraderlijke, plannen te ontvouwen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord samenspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.