savoir-vivre

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  savoir-vivre    (hulp, bestand)
  • IPA: /savwarˈviːvrə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sa·voir-vi·vre
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord savoir-vivre -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetsavoir-vivreo

  1. (maatschappij) de vaardigheid om zich te gedragen als een ontwikkeld mens
     Dvorkin, een zestiger met gevoel voor savoir-vivre, weet de functie van ombudsman zelfs een aura van erudiet kosmopolitisme te geven.[3]
     Het heeft ook met het Oostenrijkse savoir-vivre te maken. Je werkt er om te leven, niet omgekeerd. Men houdt er, net als ik, van gezellig bijéén zitten met een goed glas wijn.[4]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord savoir-vivre staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. savoir-vivre op website: Etymologiebank.nl
  3. Weblink bron
    Sjoerd de Jong
    “Onder 'ombuddies' klinkt ondanks de kopzorgen gelach” (24 mei 2011) op nrc.nl
  4. Weblink bron
    Mischa Spel
    “'Dat C-akkoord! Een diep geluksgevoel'” (7 februari 2009) op nrc.nl

Engels

  • Geluid:
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

savoir-vivre

  1. (maatschappij) fatsoen, savoir-vivre

Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

savoir-vivre m

  1. (maatschappij) fatsoen, savoir-vivre
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.