schapenhouderij

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schapenhouderij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • scha·pen·hou·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schapenhouderij schapenhouderijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deschapenhouderijv

  1. (veeteelt) bedrijf waar men schapen houdt
     De Raad van State heeft de gemeente Twenterand opgedragen alsnog te bekijken of er een milieu-effectrapportage (mer) nodig is voor de uitbreidingsplannen van de pluimvee- en schapenhouderij van A. Duine in Geerdijk.[2]
  2. het houden van schapen in het algemeen
     Vier van de zieken hebben geen professionele band met de geiten- of schapenhouderij.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schapenhouderij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Raad van State zet rem op uitbreiding kippenstal” (10-02-2012), Tubantia
  3. Weblink bron “GGD Friesland: Bron Q-koorts is onvindbaar” (28-09-2012), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.