schapenteek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schapenteek    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • scha·pen·teek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schapenteek schapenteken
verkleinwoord schapenteekje schapenteekjes

Zelfstandig naamwoord

deschapenteekv/m

  1. (spinachtigen) Ixodes ricinus  in Nederland de meest voorkomende teek die zich niet alleen op schapen maar op veel meer zoogdieren, waaronder de mens voedt. Onterecht wordt hij soms ook wel hondenteek genoemd. De teek is vooral ook bekend als overbrenger van de lymeziekte in Nederland. Daarnaast kan de teek bij de mens het alfa-galsyndroom overbrengen, een allergie voor rood vlees die in het uiterste geval dodelijk kan zijn
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord schapenteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.