schelm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schelm    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxɛləm/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schelm
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Middelduitse schelme. Verder mogelijk via het Protogermaanse *skalmjan- te herleiden tot PIE *(s)kel- "snijden". In de betekenis van ‘deugniet’ voor het eerst aangetroffen in 1557 [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schelm schelmen
verkleinwoord schelmpje schelmpjes

Zelfstandig naamwoord

deschelmm

  1. (scheldwoord) schurk
  2. deugniet, ondeugend of schalks kind
  3. (verouderd) avonturier
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord schelm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.