schepsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schepsel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schep·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van scheppen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord schepsel schepsels
schepselen
verkleinwoord schepseltje schepseltjes

Zelfstandig naamwoord

hetschepselo

  1. creatuur; iets dat gemaakt is
    • een schepsel gods 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schepsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.