schildvoetigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schildvoetigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxɪltˈfutəɣəə(n)/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • schild·voe·ti·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van  schild zn  en  voet zn  met het achtervoegsel -ig en met het achtervoegsel -en, naar het kopschild dat als een steunpunt dient

Zelfstandig naamwoord

deschildvoetigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schildvoetige
     Behalve slakken en tweekleppigen, is er een zogenoemde schildvoetige in de Nederlandse Noordzee opgedregd – een enkele centimeters lang en slechts een paar millimeter dun wezen zonder schelp, dat er als een worm uitziet en zich in het zeezand als een worm ingraaft, maar dat met 131 andere schildvoetigen een aparte weekdierklasse vormt.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (weekdieren) een klasse Caudofoveata , op wormen lijkende dieren die in de zeebodem leven
     In tegenstelling tot wormmollusken zijn schildvoetigen tweeslachtig.[2]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
  • [2] zie de categorie Weekdieren in het Nederlands

Gangbaarheid

  • Het woord 'schildvoetigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Koos Dijksterhuis
    “In zestien jaar tijd tellen onze wateren maar liefst veertig soorten schelpen” (16 oktober 2020) op trouw.nl
  2. Weblink bron “Noordkrompen, zeeengelen en koffieboontjes: een schelpenboek” (2022), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789045041247, hfst. Wormmollusken, schildvoetigen en mutsdragers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.