schild

Niet te verwarren met: Schild

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schild    (hulp, bestand)
  • IPA: /sxɪlt/
Woordafbreking
  • schild
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verdedigingswapen, plaat’ voor het eerst aangetroffen in 1100 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schild schilden
verkleinwoord schildje schildjes

Zelfstandig naamwoord

hetschildo

  1. (militair) een voorwerp dat als afweer tegen de aanval van de vijand voor zich gehouden wordt
    • De krijgers sloegen met hun speren op hun schilden om zichzelf moed en de vijand schrik in te boezemen. 
  2. (dierkunde) harde buitenkant die de rest van het lichaam van sommige dieren beschermt
    • Schildpadden hebben een schild. 
  3. bord met een opschrift
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.