schoffeerder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoffeerder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schof·feer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoffeerder schoffeerders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

schoffeerder

  1. iemand die schoffeert

Gangbaarheid

  • Het woord 'schoffeerder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.