schooldeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schooldeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • school·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schooldeur schooldeuren
verkleinwoord schooldeurtje schooldeurtjes

Zelfstandig naamwoord

deschooldeurv/m [1]

  1. de voordeur van een school
     Als-ie de éne grote schooldeur met de allang gewende beweging van z'n knie opengeduwd had, onverschillig wie er dan buiten stond-hij, Kees, wachtte rustig af en luisterde maar naar de vraag die kwam.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord schooldeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.