schoonmaakbedrijf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schoonmaakbedrijf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schoon·maak·be·drijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonmaakbedrijf schoonmaakbedrijven
verkleinwoord schoonmaakbedrijfje schoonmaakbedrijfjes

Zelfstandig naamwoord

hetschoonmaakbedrijfo

  1. bedrijf dat schoonmaakdiensten aanbiedt
     De volgende bedrijven in Nederland hebben plannen gemaakt om vluchtelingen te helpen: ABN Amro, organisatieadviesbureau Accenture, advies- en ingenieursbedrijf Arcadis, schoonmaakbedrijf Asito, dienstverlener Dental Care Professionals, bouwbedrijf Dura Vermeer, Hilton, technologiebedrijf HP, ING, Philips, Rabobank, Randstad, Shell, uitzendbedrijf ManpowerGroup en Unilever.[2]
     Een schoonmaakbedrijf heeft sorry gezegd tegen de man die in de nacht na Koningsdag zo'n zes uur lang heeft vastgezeten in een mobiel toilet in het Groningse Engelbert.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord schoonmaakbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nederlandse bedrijven beloven miljoenen te steken in vluchtelingenhulp” (Maandag 8 april 2019, 18:06), NOS
  3. Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Weggetakelde dixi-slaper krijgt wekker en excuses” (Dinsdag 1 mei 2018, 20:03), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.