schrobbering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrobbering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schrob·be·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘uitbrander’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1]
  • Afgeleid van schrobben, het achtervoegsel -ering is echter ongewoon bij een inheems woord.
enkelvoud meervoud
naamwoord schrobbering schrobberingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deschrobberingv

  1. berisping, uitbrander

Gangbaarheid

  • Het woord schrobbering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.