berisping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berisping    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrɪspɪŋ/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bə.ˈrɪs.pɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈrɪs.pɪŋ/
    • (Limburg): /bə.ˈrɪs.pɪŋ/
Woordafbreking
  • be·ris·ping
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van berispen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord berisping berispingen
verkleinwoord berispinkje berispinkjes

Zelfstandig naamwoord

deberispingv

  1. een strenge afkeuring van gedrag
    • De arts kreeg een berisping van het tuchtcollege. 
     Een mengelmoes van berispingen, ontkenningen en verwensingen die zowel fluisterend als luidkeels werden uitgesproken.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord berisping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.