segar

Indonesisch

Woordafbreking
  • se·gar

Bijvoeglijk naamwoord

segar

  1. fris
    «Segar baunya.»
    Dat ruikt fris.
  2. gezond, fit
    «Kusir merasa tubuhnya agak segar setelah tidur.»
    De koetsier voelde zich weer fit na het slapen.
  3. vers
    «Warung itu menjual sayur-sayuran yang masih segar
  1. «masih segar dalam ingatannya»
    nog vers in het geheugen
  2. verfrissend
    «minuman segar»
    verfrissing (koele drank)
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • kesegaran, mempersegar, menyegarkan, penyegar, penyegaran, tersegar


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
segar
segaba
segado
volledig

Werkwoord

segar

  1. maaien
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.