separeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  separeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • se·pa·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
separeren
separeerde
gesepareerd
zwak -d volledig

Werkwoord

separeren [2]

  1. overgankelijk afzonderen, van elkaar scheiden, afscheiden
    • het separeren van de variabelen heeft al vele problemen opgelost 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord separeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.