serie

Niet te verwarren met: Serie, série

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  serie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈseri/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • se·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans  , in de betekenis van ‘reeks’ voor het eerst aangetroffen in 1885 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord serie series
seriën
verkleinwoord serietje serietjes

Zelfstandig naamwoord

deseriev

  1. delen van een geheel in een bepaalde volgorde
    • Er wordt weer een serie kinderpostzegels uitgegeven. 
  2. aantal gelijkvormige zaken
    • Uit een van de koffers die nog onuitgepakt in een hoek stonden haalde ik een exemplaar van de eerste serie. 1968. Mijn vader had met dit ontwerp het hele Midden-Oosten plat gekregen. Mijn moeder eigenlijk. Het was haar idee geweest. Of haar schuld, zoals ze zelf zei, toen in datzelfde jaar oma de geest gaf. [3] 
     Elke keer als ik in een dorpje aankwam en de nieuwe donaties zag binnenkomen maakte ik weer een hele serie.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord serie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.