reeks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reeks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • reeks
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rij’ voor het eerst aangetroffen in 1613 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reeks reeksen
verkleinwoord (reeksje) (reeksjes)

Zelfstandig naamwoord

dereeksv/m

  1. een opeenvolgende rij van gebeurtenissen
    • De reeks moorden maakte de mensen erg bang. 
  2. (wiskunde) een opeenvolgende rij van getallen
    • Rekenen met reeksen is meestal niet eenvoudig. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reeks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
enkelvoud meervoud
naamwoord reeks reekse

Zelfstandig naamwoord

reeks

  1. (wiskunde) reeks
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.