short

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  short    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • short
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels [1]
stellend
onverbogen short
verbogen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

short

  1. kort
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord short shorts
verkleinwoord shortje shortjes

Zelfstandig naamwoord

deshortm [2]

  1. (kleding) broek met korte pijpen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord short staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  short (US)    (hulp, bestand)

Bijvoeglijk naamwoord

short

  1. kort
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.