simcha

Niet te verwarren met: Simcha

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  simcha    (hulp, bestand)
  • IPA: /sim'xa/
  • Sofeer: siemcha
Woordafbreking
  • sim·cha
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord simcha smachot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desimchav/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vreugde
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) feest
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'simcha' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.