site

Uitspraak

• [A] Geluid:  site    (hulp, bestand)
  • IPA: / sɑjt / (1 lettergreep)
• [B] Geluid:  site    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈsitə / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• [A] site
• [B] si·te

Woordherkomst en -opbouw

• [A] van Engels site ^[1]
  • [2] (verkorting) van website
• [B] van Frans site ^{[2] [3]}

Zelfstandig naamwoord

[A] de site v / m

1. plaats van een bepaalde gebeurtenis of activiteit
   Deze betekenis overlapt grotendeels met de Frans uitgesproken variant van dit woord.

   • Op de site van het vliegtuigongeluk was veel pers aanwezig. 

   1. (archeologie) plaats waar vondsten of opgravingen worden gedaan
2. (internet) informatie die onder één domeinnaam op het internet wordt aangeboden

   • We keken op de site voor meer informatie. 

Zelfstandig naamwoord

[B] de site v / m

1. (Belgisch-Nederlands) terrein van een bedrijf of voor bepaalde activiteiten
   Deze betekenis overlapt grotendeels met de Engels uitgesproken variant van dit woord.

   ▸ Wegens de moeilijkheidsgraad krijgt de site aan de Loofstraat prioriteit.^[4]

   1. (archeologie) plaats waar vondsten of opgravingen worden gedaan

Gangbaarheid

• Het woord site staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "site" herkend door:

• frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: ^[3]

        7

• frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: ^[3]

        1

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Uitspraak

• Geluid:  site (VS)    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

site

1. locatie, plaats, site [1], terrein
2. (archeologie) vindplaats
3. (informatica) site [2], website

Werkwoord

site

1. overgankelijk plaatsen