skill

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  skill    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • skill
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud meervoud
naamwoord skill skills
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deskillm

  1. vaardigheid, het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
    • Ionica heeft skills als aankomt op het oplossen van wiskundige problemen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord skill staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  skill (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /skɪl/
enkelvoud meervoud
skill skills

Zelfstandig naamwoord

skill

  1. vaardigheid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.