skill
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: skill (hulp, bestand)
Woordafbreking
- skill
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skill | skills |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de skill m
- vaardigheid, het vermogen om een handeling bekwaam uit te voeren of een probleem juist op te lossen
- Ionica heeft skills als aankomt op het oplossen van wiskundige problemen.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord skill staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: skill (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /skɪl/
enkelvoud | meervoud |
---|---|
skill | skills |
Zelfstandig naamwoord
skill
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.