slapeloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slapeloos    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sla·pe·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van slaap met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen slapeloosslapelozerslapeloost
verbogen slapelozeslapelozereslapelooste
partitief slapeloosslapelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

slapeloos

  1. zonder slaap
    • over slapeloze nachten zijn boeken vol geschreven 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slapeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.