slapeloosheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slapeloosheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sla·pe·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slapeloosheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deslapeloosheidv

  1. (psychologie) (medisch) een slaapstoornis, het niet kunnen slapen
     Dat het hier en daar een beetje pijn deed, had niets met de slapeloosheid te maken, ik had het wel erger meegemaakt.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slapeloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.