sleuf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleuf    (hulp, bestand)
  • IPA: /sløf/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • sleuf
Woordherkomst en -opbouw
  • mogelijk van  sloven ww , in de betekenis van ‘smalle groef’ aangetroffen vanaf 1625 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord sleuf sleuven
verkleinwoord sleufje sleufjes

Zelfstandig naamwoord

desleufv/m

  1. langgerekte, nauwe en vrij diepe inkerving of uitgraving
    • De arbeider stond in een gegraven sleuf toen die dichtklapte.[4] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sleuf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.