sloor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sloor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sloor
Woordherkomst en -opbouw
  • (werkwoord) sleuren [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sloor sloren
verkleinwoord sloortje sloortjes

Zelfstandig naamwoord

desloorv

  1. beklagenswaardige vrouw
  2. slechtgeklede vrouw
  3. simpele vrouw
  4. koolraap, sloorbiet
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sloor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
14 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.