sloping

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sloping    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slo·ping
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sloping slopingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deslopingv

  1. kapot maken van iets dat eerst gebouwd is
    • Hij staat op de bres voor oude instituties als de overlegeconomie en waarschuwt dat sloping daarvan zal leiden tot sociaal-maatschappelijke onthechting. [2] 
    • Hij kan dus geen Europese besluiten velen die in eigen land impopulair zijn. Vandaar de sloping van stabiliteitspact en dienstverleningsvrijheid, en Europa helpt hem daarbij, omdat het ook graag wil dat Frankrijk ja zegt op de grondwet. [3] 
    • Zelfs een nationaal museum zal er eindelijk komen, na een historie van meer dan twee eeuwen mislukkingen. Mooi, mooi, werkelijk waar. Maar wat staat daar tegenover? Sloping, desinteresse, praatjes voor de vaak, sensatiebeluste historie, kneutergeschiedenis, oplichting, verkitsching van de historie, geschiedenis als pretpark en kermisattractie. Ik kan niet meedoen met het gejuich over de opbloei van de historische belangstelling omdat ik zoveel veinzerij zie. Veel van wat historische belangstelling genoemd wordt, zie ik als historische sensatiezucht. [4] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord sloping staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.